Hoe navigeerden wij in het Japanse Barrengebied?
Adriaan Rommen
Tijdens de vijftig en zestiger jaren voeren wij in de breedte met de KCPL/RIL vracht en passagierschepen tussen de oostkust van Zuid Amerika en Japan
en in de lengte tussen India en Australië/ Nieuw Zeeland. De meesten van ons hadden een voorkeur voor een zeker gebied en dat had bijna alles met het vrouwelijk schoon te maken.
Zodoende had je respectievelijk Zuid Amerika - Australië en last but not least Japanvaarders.
We concentreren ons op Japan. Wij deden daar nogal wat havens aan Tokyo, Yokohama, Nagoya, Kobe, Osaka-Ko, Yokkaichi, Moji, Shimizu etc.
We hebben uit die tijd een aantal luciferdoosjes overgehouden, die wij, toen al, hanteerden als een soort TomTom avant la lettre,
om de weg te vinden in de wirwar van straatjes in plaatsen zoals Yokohama (Chinatown en Izezaki cho), Kobe (Motomachi) en Osaka-Ko.
(zie de Toms Toms op de volgende pagina’s).
Japan had sinds de Edo tijd verschillende ommuurde legale red light districts (yoshiwaras) op vele locaties. Hier kwam op 24 mei 1956 vanuit de overheid een eind aan.
Ik heb dat allemaal niet meegemaakt, ik ging medio 1956 varen. Als alternatief verschenen de hostess bars, hoogstwaarschijnlijk onder supervisie en gefinancierd door de Yakuza,
de Japanse onderwereld.
In de vijftiger jaren was het armoe troef in Japan, men was nog bezig om te herstellen van WO2. Vele meisjes, meestal uit het platteland,
werkten in de bars als animeermeisjes onder het toeziend oog van de zetbaas, Mama-san of Papa-san genoemd. Het uitgaand publiek bestond toen meestal uit Europese zeelieden
en US army op R & R leave of van de verschillende US bases in Japan. Het was veilig in die barrenbuurten want het wemelde van de US MP.
Als je de Checkers bar in Chinatown Yokohama bezocht, kon je zomaar in die jaren onze judo gigant Anton Geesink tegenkomen.
Wij dronken grote pijpen Suntory en Sapporo bier en whiskey ice, saké en gintonic. De meisjes dronken drankjes met onduidelijke inhoud.
's Winters zaten we met onze voeten rond de hibachi pot met gloeiende houtskool. Tussen de bedrijven door aten we o-soba (noedel soep), okenomoyaki ( pancake),
yaki tori ( kipsaté), onagi (paling) etc. Tegen sluitenstijd had je je keus wel gemaakt en vroeg je aan een van de zussen of ze voor kortere
of langere tijd de sponde met je wilde delen. Een belangrijk feit, bij de 2de stuurman kon je altijd terecht voor vňňr- en nazorg in verband met fysieke calamiteiten.
In de omgeving waren legio hotelletjes te vinden.
Door de jaren heen, werd Japan welvarender, met het gevolg, dat de bars voor foreigners langzaam in Japanse bars veranderden en vele bars gaven opeens niet thuis
om je binnen te laten, off limits dus. Toen was het uit met de pret. Het alternatief was om de dure nightclubs op te zoeken. Dat heb ik niet meegemaakt.
Adriaan Rommen, Oktober. 2013