EEN TIJDREIS DOOR CHINA

door Cor Oudendijk (RIL 1966-1976)

Chinese Vissersjonk

Onderstaand artikel schreef ik in 2001 naar aanleiding van een zakenreis naar China, het werd destijds gepubliceerd in het personeelsblad van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam. In het artikel spiegelde ik mijn ervaringen tijdens die reis aan mijn ervaringen uit de periode 1966-1976 toen ik als stuurman bij de KJCPL veel op China voer. In de tussenliggende 25 jaar bleek er, op z’n zachtst gezegd, nogal wat veranderd in China. Hoewel ik daarvan in 2001 wel een vermoeden kon hebben wist ik toen natuurlijk nog niet hoe China zich gedurende de ruim 20 jaar nadien zou ontwikkelen. Die verdere ontwikkelingen zijn in de loop der jaren echter redelijk uitvoerig in de media belicht en konden door de lezers die China zakelijk of als toerist bezochten ook met eigen ogen worden aanschouwd.

In maart 2001 was ik een van de deelnemers aan een zakenmissie naar China onder leiding van minister van Verkeer en Waterstaat Tineke Netelenbos. De delegatie bestond uit vertegenwoordigers van het havenbedrijfsleven van Rotterdam en Amsterdam en van relevante ministeries. Willem Scholten vertegenwoordigde als directeur het Havenbedrijf Rotterdam en ikzelf als operationeel directeur het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam. Tijdens de reis zouden de havens van Shanghai en Hong Kong bezocht worden.

1966-1976: mijn ervaringen tijdens de Culturele Revolutie

Voor mij was de reis bijzonder want ik zou na vele jaren weer terugkeren naar deze havens. Vanaf 1966 tot 1976 heb ik als stuurman van de Koninklijke Java-China-Paketvaart Lijnen (KJCPL) frequent op deze havens gevaren. Dat was een heel andere en ongekende tijd, met name in Shanghai. Het waren de jaren van de Culturele Revolutie met de Rode Gardisten onder leiding van ‘Grote Roerganger’ Mao Tse-tung, een zeer ingrijpende periode in de geschiedenis van dit immens bevolkte land.

Als zeevarende behoorden wij in die jaren tot de zeldzame buitenlanders die het communistische China konden bezoeken. Toerisme naar China bestond toen niet, tenzij je ’fellow-traveller’ was. Bij het naderen van Shanghai kwam de Chinese marine buitengaats aan boord. Zonder pardon werd de marconist uit zijn radiohut verwijderd en werden de zenders verzegeld. Dit gebeurde ook met de radar en het echolood op de brug. Aangekomen in de haven moest de bemanning ervoor zorgen dat alle de autoriteiten niet welgevallige lectuur of anderszins verwijderd was. Een rondslingerende Engelstalige uitgave van de Reader’s Digest kon je al in de problemen brengen. Voor de kant gekomen stapten er direct 12 gangen van elk tien bootwerkers aan boord. Ze waren sjofel gekleed en droegen van rotan gevlochten ’veiligheidshelmen’. In regenachtige perioden hadden ze 24 uur nodig om enorme tentzeilen over de scheepsruimen én over de kade te spannen, zodat ongeacht de regen het soms kwetsbare stukgoed continu gelost en geladen kon worden. Het gaf de eerste stuurlieden die belast waren met het stuwplan vaak hoofdbrekens omdat een eenmaal ingediend stuwplan niet meer aangepast mocht worden.

Op de route van China naar oost Afrika bestond de lading uit zwaar materiaal voor de aanleg van de TanZam Railway aan te leggen, de spoorverbinding tussen Tanzania en Zambia. Samen met grote partijen spoorrails werden er o.a. grote aantallen inferieur ogende (Made in China) vrachtauto’s geladen. Bij het opendraaien van een raam kon dit zomaar omlaag in de deur vallen. De bedrading van de voor- en achterlichten liep onbeschermd onderlangs de carrosserie. Na enkele malen schakelen in Dar es Salaam konden de versnellingsbak tandwielen elkaar alleen nog knarsend vinden …

We mochten niet vrij passagieren. Als we de wal op wilden dan kon dit alleen op vaste tijden onder toezicht van een aantal Rode Gardisten, die ons regelrecht naar de ’Friendship Store’ leidden. Tijdens deze wandeling krioelde het van de voetgangers en fietsen, auto’s waren er destijds nauwelijks te zien. De passanten - inclusief kinderen - waren allemaal gekleed in blauwe gewatteerde broeken, jasjes en petten. Een deinende blauwe massa, met als uitzondering de groene kleding en pet met rode ster van het volksleger.

Die ’Friendship Store’ was een soort warenhuis annex restaurant waar men ‘hoofdpijnwijn’ tegen een glimlach-prijs schonk. De prijzen van gereedschappen, bontmutsen, horloges en keramiek waren onbegrijpelijk laag. Wij gingen allemaal voor de gereedschappen en de bontmutsen met rode ster. Als twintigers hadden we geen oog voor de uitgestalde vazen die je voor een onwerkelijk lage prijs kon kopen. Er stond geen uitleg bij dat het vazen waren uit de Ming-dynastie (1368-1644), een deel van de geschiedenis waar de Rode Gardisten zich van wilden ontdoen. Er moest cash betaald worden met de Chinese munteenheid Renminbi. Dit geld kon aan boord opgenomen worden met de boodschap dat alle aankopen met een factuur verantwoord moesten worden. Als bleek dat de facturen en het resterend geld niet overeenkwamen met het opgenomen geld dan vertraagde dit het vertrek van het schip, met kans op forse boetes.

De schepen van de KJCPL werden bemand met Nederlandse officieren en Chinese bemanningen uit het toen nog Engelse Hong Kong. Op een gemiddeld vrachtschip waren dit 15 Nederlanders en 55 Chinezen. Onze Chinese bemanningsleden hadden het extra zwaar te verduren want die werden ‘s nachts uit hun kooi gehaald om aan dek in de vrieskou onder leiding van de Rode Gardisten urenlang liederen uit het Rode Boekje te zingen. Weigeren kwam bij niemand op in deze gespannen en unheimische sfeer.

In februari 1972, we lagen in Shanghai voor de kant, vond er een voor China bijzondere gebeurtenis plaats. Het was de eerste maal dat een Amerikaanse president het land bezocht, Richard Nixon kwam op staatsbezoek bij Chairman Mao Tse-tung. Hierdoor werd China uit zijn politiek isolement gehaald, met een wederzijds streven naar een normalisering van de verhoudingen en de afspraak om geen hegemonie na te streven in Azië en het gebied van de Stille Oceaan. Men zou zich tevens inzetten voor een vreedzame oplossing van de kwestie Taiwan.

Tijdens mijn laatste reis met de Straat Rio in 1976 verliet ik het ijzig koude Shanghai met de eerder gekochte bontmuts op. Het verlichte en historische waterfront van de ’Bund’, liggend langs de rivier Huangpu, lieten we achter ons. Aan de overzijde een zwart gat, een moerasgebied … Hier zou ik 25 jaar later tot mijn grote verbazing een geheel nieuw zakendistrict van Amerikaanse allure aantreffen: Pudong!

2001 – Dagboek van mijn zakenreis

Zaterdag 24 maart 2001.
Op Schiphol ingecheckt voor een zakenmissie naar China en kennis gemaakt met de minister en de voor mij nieuwe gezichten van het gezelschap. Leuk om Willem Scholten weer te ontmoeten want wij hebben in 1963-1964 samen op het internaat van de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam gezeten daarna kwamen wij elkaar weer tegen toen hij bij Smit en ik bij Wijsmuller werkte en vervolgens weer vanwege onze functies bij respectievelijk het Havenbedrijf van Rotterdam en Amsterdam.

Zondag 25 maart.
Om 09.30 uur landen we in Peking. We worden verwelkomd door Ambassadeur Oostra en zijn staf en vervolgens door de VIP-uitgang naar buiten geloodst. Na een busrit van zo’n 30 minuten worden we ingecheckt in het fraaie St. Regis Hotel. Op weg naar het hotel is al duidelijk te zien dat Peking sterk aan het vernieuwen is, de skyline wordt gevormd door vele wolkenkrabbers en nog veel meer in aanbouw. Wat me opvalt is dat de stad er onwerkelijk schoon uitziet. Later hoor ik dat de Chinezen hun uiterste best doen om de Olympische Spelen van 2008 binnen te halen. De beslissing valt deze zomer en daaraan voorafgaand lijken er inspecties plaats te vinden door het Olympisch Comité. Zo hoor ik van een lid van de ambassade dat sommige grasperken op de grote pleinen bruinige plekken vertoonden, maar die lagen er nu wel erg frisgroen (gespoten) bij!

’s Middags bezoeken we met de delegatie de Chinese Muur te Badelung, op een uur rijden van Peking. Het is een fantastische ervaring om deze 7000 km lange muur over een immens ruig berggebied te zien slingeren. Als je de grilligheid van dit berglandschap ziet dan vraag je je af waarom de muur nodig was, laat staan hoe ze al het bouwmateriaal daar hebben weten te krijgen.

Maandag 26 maart
Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan de minister van Staatsplanning, vanuit zijn departement worden de vijfjarenplannen centraal aangestuurd. Het bezoek aan een Chinese minister is een zeer formele gebeurtenis. De stoet auto’s wordt aangevoerd door het voertuig met minister Netelenbos, voorzien van de Nederlandse standaard. Van het drukke verkeer hebben we totaal geen hinder vanwege de begeleidende eenheden motorpolitie. Je ziet zelfs dat zijstraten al een hele tijd worden geblokkeerd totdat we langs zijn gereden. De snelheid wordt hier dan ook behoorlijk opgevoerd. We worden verwelkomd in een grote zaal met aan weerszijden twee rijen stoelen. De staf van de Minister neemt plaats op de voorste rij en het havenbedrijfsleven daarachter. De beide ministers nemen vooraan plaats in het midden. Elke minister heeft een tolk en zo vinden de (tijdrovende) gesprekken plaats.

Staande voor een groot raam op de 25ste etage van het ministerie van Staatsplanning raak ik in gesprek met een Chinese official. Hij wijst mij in een richting waar over zes maanden een nieuwe snelweg zal liggen. Ik zie alleen maar huizen en verbaasd vraag ik hem hoe dat zo snel kan. Als antwoord krijg ik dat de bewoners al op maandag een aanzegging krijgen dat ze ’pas’ op de vrijdag daarop hun huis moeten hebben verlaten om ruimte te maken voor de bulldozers … In diezelfde periode waren we in Amsterdam vanwege de nieuwe Afrikahaven drukdoende met de herhuisvesting van krakers uit Ruigoord. In de hoop hier iets te kunnen leren vroeg ik hoe men dan met de bewoners omging. Hij vertelde dat de grote steden zoals Peking en Shanghai overbevolkt raakten en een ontmoedigingsbeleid hanteerden om geen extra mensen van het platteland naar de steden te krijgen. De mensen krijgen dan vervangende woonruimte op honderden kilometers elders aangeboden. Ga je daar niet op in dan sta je op straat. Hier kent men dus geen beroepsprocedures zoals een gang naar de Raad van State. Vandaar dat de infrastructurele ontwikkelingen in China zeer snel gaan.

Donderdag 27 maart
Vandaag bezoeken we wederom een aantal ministeries. ’s Middags gaan we met de delegatie naar de ’Verboden Stad’, afgebouwd in 1422. Dit is een imposant samenstel van poorten en paleizen, dat architectonisch in zijn complexiteit toch één geheel uitstraalt. De totale oppervlakte beslaat 72 ha. en ligt midden in Peking. Alhoewel er ten tijde van de Culturele Revolutie veel kunstwerken door de Rode Gardisten zijn vernield, is de ’Verboden Stad’ daarvan gespaard gebleven. De Chinese tolk geeft uitleg over te veel zaken om op te noemen. ’Simpele’ zaken blijven je dan nog wel bij. Voor brand was men in het vroegere keizerrijk zeer beducht. Op alle in het oog lopende plaatsen staan enorme stenen kruiken, die vroeger met bluswater gevuld waren. Onder deze kruiken waren stookgaten aangebracht, zodat deze reservoirs in de strenge winters niet zouden bevriezen. Ondanks deze voorzorg zijn er veel (houten) paleizen in de loop der eeuwen uitgebrand, meestal ten gevolge van omvallende verlichting. De Chinese keizer had maar liefst 3000 concubines. Dit alleen al was er de oorzaak van, dat er door de eeuwen heen de nodige opvolgings-intriges zijn geweest. Er stond een gure noordenwind. Ik wilde nog vragen hoe men toen die grote ruimten warm kon stoken, maar bij nader inzien heb ik dit maar gelaten, de keizer zal het wel niet koud hebben gehad … Er is ook veel aandacht aan de akoestiek gegeven zodat zelfs fluisteren in een deel van het paleis gehoord kon worden. Een manier om samenzweringen voor te blijven.

Woensdag 28 maart
’s Morgens om 08.35 vertrekken we uit Peking en komen om 10.30 uur in Shanghai aan. Ook hier hebben we het voordeel een officiële delegatie te zijn, waardoor we buiten alle drukte en rijen mensen om via een aparte VIP-ruimte direct verder kunnen. Op het vliegveld van Shanghai worden we verwelkomd door Consul-Generaal Hans Heinsbroek. Na de lunch krijgen we van hem een briefing over de situatie in Shanghai en een aantal specifieke tips. ’s Middags worden we ontvangen door de locoburgemeester van Shanghai in een schitterend stadhuis bekleed met veel marmer. Het stadsbestuur wordt voorgezeten door burgemeester Xu Kuangdi, hij wordt bijgestaan door 7 viceburgemeesters. Tijdens de ontvangst komt de zusterrelatie tussen Shanghai en Rotterdam nadrukkelijk naar voren. Er wordt tussen beide steden al enige tijd kennis uitgewisseld over projecten zoals de mega containerterminal op twee eilanden op 40 km afstand van Shanghai en een stormvloedkering in de Yang Tse. De aanwezige Hollandse baggeraars hopen hier een zakelijke slag te kunnen slaan.

Donderdag 29 maart
Vandaag weer op bezoek bij enige departementen en kennis gemaakt met de directeur van de Shanghai Port Authority, de heer Lu Hai Hu. ’s Middags op bezoek bij Z.P.M.C., een enorm Chinees staalconglomeraat dat negen kranen voor onze nieuwe containerterminal in Amsterdam heeft gebouwd. Het bezoek is vooraf afgesproken zodat ik door een auto met een tolk vanuit het hotel wordt opgehaald. Ik was van plan om gewoon naar binnen te gaan maar een grote lichtkrant op een reusachtig scherm deed me even stoppen. De tekst op de lichtkrant luidde: Z.P.M.C welcomes Mr. C. Oudendijk, Director of the Amsterdam Port Authority. Je knikt dan eens minzaam om te laten zien dat je dit welkom op prijs stelt. Maar het toeval wilde dat vlak achter mij een auto stopte waaruit twee directeuren van een Rotterdamse containerterminal stapten. Ook zij behoorden tot onze delegatie. Zij keken mijn welkom met enige verbazing aan. Ik zei hen dat je hiervoor minimaal negen kranen moet bestellen en zij kwamen er voor twee. Tja, de mannen van de Maas waren er stil van. Na mijn onderhoud met de directie van Z.P.M.C. kreeg ik een vrouwelijke tolk mee om mij het hoogste gebouw van Shanghai te laten zien. Er stonden dikke rijen mensen om de toren te bezoeken maar mijn tolk loodste mij direct naar de VIP-lift. Met die lift die zeven meter per seconde omhoogschiet (even slikken vanwege de druk op je oren) kom je binnen de minuut op een niveau van 350 meter boven de begane grond om van het uitzicht te genieten. Het is inderdaad indrukwekkend, maar mijn geoefend havenmeesteroog ziet direct dat hier nog wel een paar processen verbaal opgemaakt zouden kunnen worden vanwege grote oliesporen op het water van de Huangpu.

Vrijdag 30 maart
Vandaag gearriveerd in Hong Kong. Ik vond het waterfront enorm gegroeid met veel wolkenkrabbers en prachtige brugverbindingen. Als Nederlander ben ik trots op de Erasmusbrug in Rotterdam, een prachtig architectonisch ontwerp op binnenvaarthoogte. In Hong Kong heeft men er drie van, maar dan wel een paar maal groter en waar dan ook de grootste containerschepen onderdoor kunnen varen. De containerhaven hier is de grootste van de wereld, er staan tientallen grote containerkranen in een omgeving die bruist van bedrijvigheid. Het is leuk om de P&O “Nedlloyd Chicago” te zien met op het achterschip de heldere Nederlandse driekleur. ’s Middags hebben we de lunch gebruikt met vertegenwoordigingen van het Chinese en Nederlandse maritieme bedrijfsleven. ’s Avonds werd er op de Peak, het hoogste en duurste stukje grond in Hong Kong, waar de Consul resideert, door de Minister een afscheidsdiner aangeboden. Een adembenemend gezicht om van daaruit de verlichte baai te zien.

Zaterdag 31 maart
Vandaag op bezoek bij een aantal departementen. Op het ministerie van Verkeer horen we van de ’Octopus card’. Dit is een soort chipknip geschikt voor alle reismodaliteiten. Met één kaart kan je betalen voor metro, trein, bus, ferry, taxi, parkeren en tunneltol. Minister Netelenbos volgt deze uitleg zeer aandachtig. Dat moet je eigenlijk ook wel als je verkeersminister bent van de ’strippenkaart’, een ingewikkeld reisdocument voor de niet reguliere gebruiker en toeristen. Laten we hopen dat we hier in de toekomst meer over horen.

’s Middags hebben we een havenrondtoer aan boord van het directievaartuig van de Hong Kong Port Authority. Een mooi en goed ogend schip maar doordat het door zeer krachtige motoren wordt aangedreven is de uitleg nauwelijks te verstaan, vergelijkbaar met een draaiorgel dat motorisch wordt aangedreven. In de late avond vliegen we terug richting Amsterdam.

Het was voor mij een imposant en leerzaam bezoek waarbij je leert een aantal zaken te relativeren. We mogen best trots zijn op wat wij in het westen hebben bereikt. Maar het alleenrecht op grote projecten en innovatie hebben we niet meer. We zullen alle zeilen moeten bijzetten om de grote economische potentie en snelheid van handelen te kunnen bijbenen.

Naschrift 2023

Tot zover mijn artikel uit 2001. Toen ik het verhaal nog eens nalas besefte ik terdege dat mijn Chinese ervaringen uit 2001 inmiddels ook alweer sterk gedateerd zijn. China heeft zich de afgelopen ruim 20 jaar verder doorontwikkeld tot de onmiskenbare grootmacht die het nu is. Een wereldmacht met geopolitieke plannen die deels al worden uitgevoerd. Gemeten naar bruto nationaal product is het land inmiddels tweede op de ranglijst van de grootste economieën ter wereld. In de ranglijst van de grootste wereldhavens wordt de top-10 al een aantal jaren voor het merendeel bezet door Chinese havens, met Shanghai al jaren als grootste. Rotterdam, ooit de grootste haven ter wereld, staat inmiddels nog maar ternauwernood in die top-10. Of onze zakenreis in 2001 aan de Chinese groei heeft bijgedragen durf ik niet te zeggen. Maar zonder twijfel hebben ook de havens van Amsterdam en vooral die van Rotterdam van die groei geprofiteerd. In 2001 sprak ik de hoop uit dat we in de toekomst meer zouden horen over die Chinese OV-chipknip. Nou, die is dus in 2012 ook in Nederland landelijk ingevoerd, zij het voor minder modaliteiten dan in Hong Kong. Het had bij ons duidelijk wat meer voeten in de aarde dan de invoering van die ‘Octopus card’ in China …